Weleda tussen 1933 en 1945
Heb je vragen over hoe Weleda in de tijd van 1933 tot 1945 handelde? Hieronder beantwoorden we al je vragen. We hebben intensief onderzoek gedaan, de situatie onder de loep genomen en alles voor je op een rijtje gezet.
Onze positie
Bij Weleda veroordelen wij de gruweldaden van het nationaalsocialisme in de sterkst mogelijke bewoordingen. Fascisme, antisemitisme, racisme of extreemrechtse ideologieën hebben geen plaats bij ons. Weleda is een plek van menselijkheid. "Nooit meer" drukt onze overtuiging uit.
Vandaag de dag is Weleda actief in 50 landen wereldwijd en staan wij voor tolerantie, diversiteit en menselijkheid. Wij herdenken met diepe compassie en verdriet de vele duizenden mensen die hebben geleden of zijn omgekomen in het concentratiekamp Dachau en op andere locaties van nazi-terreur. Het schokt en verontrust ons enorm dat er verwijzingen naar deze gruweldaden bestaan in de context van de geschiedenis van ons bedrijf.
Huidige stand van onderzoek
Historici onderzoeken de feiten
Weleda werd opgericht in 1921 en heeft een lange geschiedenis. Dit omvat ook de jaren van de nationaalsocialistische dictatuur van 1933 tot 1945. Net als veel andere bedrijven stellen wij onze bedrijfsarchieven beschikbaar aan wetenschappers om de omstandigheden waarin Weleda destijds verkeerde en de acties van verantwoordelijken te bestuderen. In 2023 hebben wij zelf de ‘Gesellschaft für Unternehmensgeschichte (GUG)’ opdracht gegeven om een deskundigenrapport op te stellen over de jaren 1933 tot 1945, dat in 2024 werd gepubliceerd. In 2025 hebben wij de GUG opdracht gegeven om een nieuw, uitgebreid onderzoek uit te voeren naar onze geschiedenis en rol tijdens de nazi-dictatuur.
Bevindingen van het GUG-rapport (2024)
Het onderzoek van de GUG richtte zich op de connecties van Weleda met de concentratiekamparts van Dachau, Sigmund Rascher, evenals de activiteiten van voormalig Weleda-tuinman Franz Lippert in de kruidentuin van het kamp Dachau. De GUG onderzocht ook, in verschillende archieven, vragen over de inzet van dwangarbeiders, "Arisering"-maatregelen en de politieke houding van de bedrijfsleiding destijds. De resultaten worden gepresenteerd in het rapport van 2024 (pdf, Engelstalig). Belangrijke bevindingen zijn:
-
Er is geen bewijs dat Weleda heeft geprofiteerd van "Arisering", oftewel de verdrijving van Joden uit het economische leven in Duitsland.
-
Weleda heeft geen dwangarbeiders ingezet.
-
Weleda bestelde planten uit de kruidentuin van het concentratiekamp Dachau, en de bedrijfsleiding was mogelijk op de hoogte van het gebruik van gevangenen daar.
-
Concentratiekamparts Sigmund Rascher bestelde 20 kg bevriezingscrème bij Weleda. Het is onduidelijk of hij deze gebruikte in zijn experimenten in het kamp, of dat dit ooit zijn intentie was.
-
In 1941 begon voormalig Weleda-hoofdtuinman Franz Lippert te werken in de kruidentuin van het concentratiekamp Dachau. Hij was sinds april 1940 niet meer in dienst bij Weleda.
-
De leiding van Weleda AG trad niet toe tot de NSDAP of aanverwante organisaties.
-
Tot de stopzetting in 1938 nam het bedrijfsblad Weleda Nachrichten geen nazi-retoriek of -symbolen over.
Andere publicaties
Op 8 september 2025 publiceerde historica Anne Sudrow haar boek Seeds of Violence. The “Herb Garden” in Dachau since 1945, in opdracht van de Dachau Concentration Camp Memorial Site.
Voorafgaand aan de publicatie meldde Der Spiegel details uit de studie. Het artikel suggereert dat aspecten van onze geschiedenis mogelijk nog niet volledig zijn onderzocht. Wij onderzoeken dit nu verder.
Eerder, in de jaren 90, voerde historicus Uwe Werner onderzoek uit in de archieven van Weleda AG met betrekking tot de nazi-periode, en publiceerde hij in 1999 zijn boek Anthroposophists in the Time of National Socialism. Enkele jaren later verscheen zijn boek Weleda from 1921–1945, waarin Werner de oprichting van het bedrijf en de visie op een sociaal, ecologisch en economisch idee beschreef. Hij karakteriseerde de nazi-jaren als "overleven in een onmenselijke omgeving". Hoewel dit geen actieve vorm van verzet was, stelde Werner dat het kon worden omschreven als passief verzet. Andere wetenschappers hebben echter Werners weergave van antroposofen als volledig onbetrokken of zelfs slachtoffers van het nazi-tijdperk tegengesproken.
Weleda heeft ook herhaaldelijk archieftoegang verleend aan historici Peter Selg, Susanne H. Gross en Matthias Mochner. Het eerste deel van hun driedelige studie verscheen in 2024: Anthroposophy and National Socialism. The Anthroposophical Medical Profession. Het tweede deel, Anthroposophy and National Socialism. Weleda and Wala, the Anthroposophical Pharmaceutical Companies 1933–1945, behandelt gedeeltelijk de complexe geschiedenis van Weleda tijdens de moeilijke jaren van de nazi-dictatuur en werd gepubliceerd in augustus 2025.
De situatie van 1933 tot 1945
Als antroposofisch georiënteerd bedrijf liep Weleda herhaaldelijk het risico op een productieverbod tijdens de nazi-dictatuur. De Antroposofische Vereniging in Duitsland werd door de nazi's verboden op 1 november 1935, en antroposofen waren een gemarginaliseerde groep in het Derde Rijk. Vooral in de naoorlogse periode zagen zij zichzelf daarom voornamelijk als slachtoffers. Recenter onderzoek, zoals hierboven beschreven, schetst een genuanceerder beeld en concludeert dat er binnen antroposofische kringen inderdaad slachtoffers waren, maar ook volgelingen en daders.
Werd Weleda’s bevriezingscrème gebruikt in experimenten op gevangenen in Dachau?
In 1943 leverde Weleda 20 kilogram bevriezingscrème aan de Wehrmacht. De levering ging naar het privéadres in München van Sigmund Rascher, destijds een Luftwaffe-stafarts, die later bleek geheime experimenten op gevangenen in Dachau voor de SS te hebben uitgevoerd. In deze experimenten werden gevangenen blootgesteld aan onderkoeling. Zowel de GUG als het onderzoeksteam onder leiding van Peter Selg concluderen dat er geen bewijs is dat Rascher de bevriezingscrème gebruikte in zijn experimenten. Evenmin hadden de verantwoordelijken bij Weleda kennis van Raschers menselijke experimenten in Dachau. Selg en collega's speculeren echter dat individuele Weleda-medewerkers, vanwege persoonlijke contacten met Rascher, mogelijk op de hoogte waren van zijn experimenten ondanks het hoge niveau van geheimhouding. Dit kan niet worden bewezen op basis van de bronnen. Aan het einde van de jaren 90 werden de experimenten van Rascher onthuld. Op dat moment kwam Weleda hiervan op de hoogte en stuurde vervolgens een schriftelijke verontschuldiging naar de organisatie Kinderen van de Holocaust (AKdH).
Wat was de connectie van Franz Lippert met Weleda?
Franz Lippert, die de medicinale kruidentuin van Weleda in Schwäbisch Gmünd had aangelegd en beheerd, beëindigde zijn dienstverband daar in de herfst van 1940 na 16 jaar. Vanaf september 1941 leidde hij de biodynamische teelt bij de faciliteiten van het Duits Onderzoeksinstituut (DVA) in Dachau. De "kruidentuin" maakte deel uit van het concentratiekamp Dachau. Lippert bleef daar tot maart 1945. Na de oorlog had Lippert een adviescontract met Weleda van 1 april 1947 tot maart 1948. Het denazificatieproces tegen Lippert werd in september 1948 beëindigd op grond van het feit dat hij "helemaal niet belastend" was. Volgens beëdigde verklaringen van voormalige gevangenen probeerde Lippert herhaaldelijk de situatie van de gevangenen te verlichten. Hij overleed in 1949 na ziekte.